vrijdag 15 april 2011

Op naar 2012

Oefenen voor B Navigation highway Ook weer es leuk, een namiddag allenig door het bos struinen. Rustig aan, uren maken, dan komen de kilometers en de hoogtemeters vanzelf wel. Eerst gaat het anderhalf uur pal noord, tot saint bernard. Nooit zover die kant op geweest en even vantevoren op de autokaart nagekeken wat de opties na saint bernard dan wel zouden kunnen worden. Het kwam neer op nog meer noord door het bos, of naar het westen richting de Maas. Die laatste moest niet te missen zijn. Stief west aanhouden en als het water tot boven de knieen komt stoppen. Dan is de Maas bereikt. Naar de zon dus, want die ging in het westen onder vandaag. Het begint met een kilometer asfalt. En dan houdt het opeens op. Officieel dan. Ik omcirkel wat obstakels die de doorgang proberen te blokkeren en negeer wat boze bordjes. Een stuk verder zie ik alweer dicht woud. Daar krijgen ze me toch niet meer te pakken. In het bos blijf ik min of meer de zon volgen. Als het pad ermee ophoudt en ik in een kerstbomentoestand beland moet ik wat improviseren. Ha! een kwartiertje Barkleystuff. Rennen gaat nog net, maar bramen en stukken hout bijten zich regelmatig vast in mijn vlees. Als het echt steil en ranzig wordt gaat het rennen over in lopen, en weer iets later kruip ik op mijn knieen onder wat ellendig lage boomtakken tussen een paar rotspartijtjes door naar boven. Lang duurt het feest niet. Op de rotspuist geklommen kan ik aan de andere kant door een mooi beuk achtig bosje glooiend naar een beekje afdalen. Een stuk verder beneden me zie ik een weiland en andere tekenen van beschaving. Mooi! Is mijn eerste reactie. Maar dan bedenk ik dat ik nu in mijn eentje makkelijker wat ruwe kilometers kan maken dan met anderen. Allereerst is een eenling in overtreding altijd wat minder crimineel dan een overtreding in goepsverband. Dat riekt al snel naar zware misdaad. Aan de andere kant vraag ik me af welke andere zot er genoegen in schept om honderd meter van de bewoonde wereld over een overgroeid wildpaadje te klunen... Ok! geen Jeanetten keus vandaag. Ik buig twintig meter voor het weiland af, weer het struweel in. Geen agressieve bramen hier, maar wel een machette area met wat enkeldiepe moddervlekken om de schokken te dempen. Benieuwd of Frozen Head deze variant ook kent... Het dalletje is erg mooi op deze manier. Niet dat ik een andere manier ken, want dit is mijn eerste keer hier. Ik loop nog steeds op de zon, parrallel aan een beekbedding. Op enig moment kruist de bedding toch weer een stuk asfalt. Dat werkt vervreemdend. Een pad is tot daaraantoe, maar meteen zo'n stuk weg.... Naar rechts loopt een karrespoor, vrij stevig naar boven. Ik begin mijn benen wat te voelen na ruim twee uur, maar ik schat in dat de route nog maar een keer helemaal naar boven loopt. Daarna zal de afdaling wel weer spoorloos door het bos zijn, want ik weet min of meer dat ik de Maas zal bereiken op een smal stuk van het Maasdal. En een smal dal betekent een steile afdaling, naar een plek waar een treinspoor en een doorgaande weg nog naast de rivier zijn gepropt. Daar loopt vast geen wandelpad meer langs!! Mijn inschating klopt helemaal. Ik leer snel. Het karrespoor loopt naar 250m hoogte, ontdek ik boven aangekomen op een bordje. En de Maas ligt ruim een halve kilometer verderop, op 95m NAP. Een stevige knieen bijter dus, wederom over de net ontspruitende bramen. Deze bijten gelukkig nog niet! Ik daal af tot dertig meter boven de Maas en bedenk dan dat mijn volgende richting zuid moet zijn. De Maas naar links volgen dus. In de weg onder mij heb ik geen zin en daarom pobeer ik de hoogtelijn een beetje aan te houden en zuidwaarts te lopen. Ik ben inmiddels wel zeer content met mijn wegplannerij. Ik loop op onbekend terrein en weet met de enkele bekenden die ik in mijn hoofd heb kaartloos aardig te navigeren. Navigatie is meer dan kaartlezen. GPStrail = Jeanettentrail, besluit ik ook meteen maar. Voor het geval Han en Gideon dadelijk hun apparaat gaan verdedigen Na een slopende traverse kilometer over de steile Maasdalhelling kom ik bij een hoog hek. Met een gat gelukkig, ontdek ik vrij snel. Ik kom uit op een asfaltweg en mopper daarover niet deze keer. Ik ben aardig gesloopt na drie uur lopen, waarvan de laatste 5 kwartier een stevige Barkley factor hadden. Ik volg het asfalt een stuk om de grote steenmijn heen aan de Maas. Dan ontdek ik weer een pad naar boven het bos in. Even twijfel ik. De weg is saai en stoffig en gevaarlijk, met al die auto's. Daarbij liep ik net langs een bord 'Yvoir 10km'. Via Yvoir zou ik nog zeker twee uur onderweg zijn dus. De helft lijkt me ook mogelijk, pal Zuidoost lopend. En het pad loopt min of meer Zuidoost. De dood of de gladiolen! Ik neem het steile pad en kom uit in Lustin. Dat klinkt opeens weer bekend, volgens mij ben ik hier wel eens doorheen gelopen. Na wat vijven en zessen vind ik een chemin die ik al eens onder de zolen heb gehad. Na al die tijd geeft het me een mentale oppepper nu ik ongeveer weet waar ik ben. Dadelijk komt de parking van de Trou d' Harquin, dan even peentjes zweten over het verboden terrein van het landgoed ernaast en dan kan ik makkelijk doorsteken via een weiland naar het pad dat klimt naar de heuvel achter Venatte. En half uur later loop ik die laatste helling op. Mijn klokje geeft aan dat ik 3:40 onderweg ben. Mijn benen worden stram. Ik sms Chouchou dat ik zo een bier bij hem kom drinken maar hij antwoordt dat hij er niet is. Dan loop ik maar door naar huis. Na precies 4 uur en 1 minuut sta ik voor mijn voordeur...

maandag 11 april 2011

Après Barkley

Amerika was speciaal. De Barkley een ding dat me niet meer loslaat. Samen met JB (finisher 2010) een deelnemende Deen van schone sokken en koffie voorzien tussen twee rondjes Out There. Namokken met Carl Asker, nadat hij in de tweede ronde sneefde. Of met Christian, goed voorbereid, maar toch niet opgewassen tegen zoveel trailgeweld. Abi Meadows dan, net iets meer dan dertig kilo licht, moeder van acht kinderen en regelmatig heeeel lang aan het lopen. Freaky race namen vielen er tijdens alle sterke verhalen bij de gecremeerde kip aan het kampvuur: Arrowhead, Badwater, Spartathlon, Hardrock, Western States, Leadville.... De sfeer in het Frozen Head Park was gespannen en gemoedelijk. Alsof ik oude vrienden ontmoette. Het park magisch. Sprekende bomen, fluisterende rotsformaties, zwarte beren en witstaartherten. Precies wat ik verwachtte en misschien zelfs nog intenser. Zelf lopen was niet nodig. Daar zijn was voldoende. Volgend jaar meelopen. Dat en niet meer. Of minder. Een rondje, of twee misschien. Veel kilometers maken in de nacht, door de bramen, met kaart en kompas, going wild. Geen GPS, niet te geciviliseerd allemaal. Veertig mijl is meer dan voldoende. Bramen en ondeugende namen, wankelmoedigheid, angst en mentale training. Hardlopen is niet heel nodig, wel ver, lang en ruig. Mooie gedachte, maar het bleef wat hangen afgelopen vrijdag. Geheel in B-trance nog op pad met José en Christophe. Richting ver weg, maar dat realiseerde ik pas na anderhalf uur. Toen spanden de eerste lentehitte en een restje jetlag tegen me samen. Misschien was ik ook wel erg hard gestart. Mijn maag protesteerde na twee uur, en een half uur later liet ook mijn hoofd weten dat het klaar was. Toen pas zagen we in de verte de buitenwijken van Dinant en zonk de moed mij in de schoenen. Afzien werd pijn en niet leuk meer en bij een mooie herenboerderij zeeg ik neer in de berm, waar Nathalie mij met de auto weer uit viste. Niet bepaald zoals ik het bedacht was, maar een mooie les in nederigheid wellicht. Barkley is nog ver weg!