zaterdag 30 oktober 2010

Kerstbier!


Op zoek naar het ultieme rondje in de buurt, deel 1...

Nova Wallonia

Het is mooi, vlagen neerdwarrelende helgele en bronsrode blaadjes. Het uiteenvallen in rood zwart en geel staat symbool voor een staat in verval... Mooi ook het laatste zomertijdlicht. Even nog een blauwluchtige namiddag. Bij de brouwer de eerste kerstbieren van dit jaar gekocht. Christmas beer, in goed Frans. Een aanrader, raad ik mezelf aan...

Nicole arriveert om één minuut voor vier. Haar rode vuurflitsen aan en op weg! We gaan op zoek naar de GR 126. Op de kaart vond ik sporen van deze route, die vermoedelijk ergens tussen Godinne en Houx loopt. We warmen op via Vernatte en Mont, de eerste helling. Nic op kop, ik tuf er wat achteraan. Inmiddels een jachtkalender op internet gevonden. Dat maakt routeplanning wat makkelijker. In de verte wordt geschoten, maar wij laveren moeiteloos tussen de boze 'chasse a battue' aankondigingen voor morgen door. Hier nabij Tricointe is het oppassen voor de jagers. Dit jachtdomein wordt leeggeschoten door hoge heren uit BRX en omgeving...

Na een klein uur kruisen we de GR. Volgens mijn berekeningen gaat het naar rechts richting Namen en links richting Dinant. We nemen de zuidelijke optie en volgen de weg via het gehuchtje Tricointe naar Evrehailles. De Bocq over het plateau op. Voor de verandering de Gayolle eens niet via het asfalt, maar in een rechte lijn naar boven door het bos, deels via het waterleidingbedrijf (vivaqua) tracé. Het laatste stuk gaat zo steil naar boven dat ik bijna naar mijn ijsbijlen grijp. Het is meer 'drytooling' dan hardlopen. Blij dat het de afgelopen dagen droog is geweest, anders was het een glijbaan geworden. Behoorlijk zweten dus, en een mooi moment om de theorie van Gi over trailvoeding bergop te testen. 'Bergop gaat het langzamer dus kun je beter je voer verteren', luidt deel één van die theorie. En 'winegumes glijden lekker weg en bevatten veel koolhydraten', aldus een van zijn zijtheorietjes. We testen of Hema winegums de theorie onderbouwen. Qua smaak vind ik ze niet optimaal, maar ze glijden inderdaad makkelijk weg, geholpen door de zwaartekracht op deze glijhelling door het bos. We testen er gelijk maar een handjevol.

Boven een waanzinnig uitzicht over de Naamse hardsteenmijn, waarlangs we naar boven zijn komen lopen. Een bizar industrieeel panorama met een gelig randje herfstkleuren. Dan passeert onze GR Evrehailles op weg naar de kasteelruines van Poilvache. Best handig, niet nadenken over de route die je neemt, maar een beetje schaapachtig de rood witte markeringen volgen. Een vorm van gecontroleerd dwalen eigenlijk. Bij Poilvache dalen we steil af naar Houx aan de Maas. Ik ben een beetje verbaasd dat we de GR kunnen blijven volgen tot Blocmont, tot de plek waar we afgelopen zondag eindigde na ons verdwaalavontuurtje vanaf Montaigle. Ik krijg een lumineus idee voor een nieuw rondje waarbij twee stukken verschillende GR aan elkaar te koppelen zijn, een rondje van chateau naar ruine naar chateau naar ruine. Een afstand van rond de 20 mijl, een goed voornemen om dit soort mooie routes in mijlen uit te drukken, kun je in ieder geval rond de 20 blijven. Ook qua 'denivellé' vast een aardig rondje. Toch maar eens snel met Chouchou overleggen...

In Blocmont moet ik even bijkomen. De motor hapert. Nog wat winegumes en een paar slokken water. De schemer zet in, nog een klein half uur voor de boeg, schat ik. Als we weer vlot zijn getrokken en wat tempo maken, draait Nicole beter dan ik. Misschien toch een ander merk winegums uitproberen? Vlak voor de hoofdlamp zou moeten worden ontstoken kruisen we onze beek. Thuis is op loopafstand...

http://www.runmap.net/route/742179




donderdag 28 oktober 2010

Achter de duinen

urban...

Stadsrennerij

Het is regenachtig, de woensdagavond is net gevallen, voelbaar. Mijn lijf wil lopen, mijn hoofd volgt. Ik neem een rugzakje mee en een extra fleece. Gek idee, stadsrennerij in Den Haag. Ik fiets een stukje naar het Vredespaleis, sluit mijn fiets af en haal de kerstverlichting van de rugzak. Het loopt vreemd. In het donker, op de tast. De paden waarover ik loop zijn geasfalteerd, geen zicht nodig. Ik kruis een weg. Een auto stopt niet voor mij. Ik ben op mijn hoede. In het Scheveningse Woud dat ik volgens mij doorkruis waart een schemerig licht. Dwaallicht van omtrekkende snelwegen en sportvelden, blijkt al snel. Ik loop wat rondjes, zinloos, doelloos, wezenloos. Nepnatuur in een stadscorset. Een vierdubbele asfaltvlakte voor me, vol verkeer, geen idee waar ik ben. Ik vind rechts van me een tunnel, herken aan de andere kant Holland op zijn smalst, Madurodam. Weer iets verder duik ik onder een regeringsgebouw van Verkeer en Waterstaat, volgens mij, erachter een villawijk, half verlicht, nog steeds een luxe loopondergrond, wat hard. Dan stijgt het, eindelijk wat weerstand. Ik lijk over een soort verdwaalde duin te rennen, zoek het hoogste punt op en daal af naar zo laag mogelijk, om daarna de bult een paar keer van meerdere kanten te nemen, hard naar boven, dribbelen naar beneden. De donkerte met stadslicht went, de ondergrond blijft saai, de stad te aanwezig. Ik keer terug naar Madurodam en de bosschages erachter en loop de laatste paar honderd meter rustig uit. Vreemde ervaring, zoveel asfalt bij elkaar. Ingeperkte bomen, speeltuinhindernissen die wippen, schommelen en glijden, hondepoepzones en verradelijke stoepranden. Dit is ook lopen, lijkt het, maar ik weet niet of dit voor herhaling vatbaar is...

maandag 25 oktober 2010

GRRR

Met de club op stap

Verloren

Daar lopen ze, de dikke billen, de scheve pas, de hinkepoot, de koukleum, de tenenloopster, de Marathonman met veel moed en steeds minder pijn. Chouchou klaagt, hij hapert, zegt hij. Het spoor langs, de tunnel door, op weg naar Montaigle, mooi tafereel, ruig ruinekasteel. Foto nemen, groepsfotodecor! Tijd voor een pint, denk ik, maar die moet nog even wachten. Dan de modder, eindelijk. Het stijgt in het bos naar boven toe. José doet stoer, hijgt in mijn nek, maar hij wordt merkbaar ouder. Als hij bijna bij me is versnel ik een beetje. ‘Merde’, hoor ik verstikt achter me. ‘De Hollander heeft getraind.’ Aan de rand van het bos wachten we de kudde op, ik loop door, intervallend de laatste resten stijging op en weer terug. En weer bergop. En weer terug. Als vijf minuten later de schaapjes weer bij elkaar zijn begin ik mijn bovenbenen te voelen. Goede training dus. Ik verbaas me over de achterwerken en looptechnieken van de dames achterin het veld. Het verbaast me steeds weer. De eendenpassen van de een, de tenenloperij van de ander. Maar ook het betere hindenlopen van Bèrgere. Wat een sprongkracht, mooi om naar te kijken! Ze loopt naast de Marathonman, die inmiddels toch weer vecht voor zijn kilometers. Bergop moeten ze allemaal niet. Voelbare weerstand. Protest. Bij het monument van de gesneuvelde oorlogsfransen splitsen we op. De grote meute heeft zijn dikke sportuur er weer zowat opzitten en gaat terug het dal in van Montaigle.

Met Nicole en Chouchou ga ik door. Een boogje erbij via Anhée aan de Maas, is het plan. ‘...almaar de GR volgen’, vang ik in een flard op, als José Chouchou uitlegt hoe we moeten lopen. Geen kaart nodig, denk ik. Rood/wit vinden we wel, en in het oosten ligt de Maas, die is niet te missen. Het gaat als een tierelier. Ik wil kilometers maken. Dat is een gevoel dat even is weggeweest. Het is fris maar de lucht is blauw en het zonlicht strak. Draafweer! Een half uur verder strikt Chouchou zijn schoen en blijft even achter. Nicole heeft het roodwitte spoorvolgen in de smiezen en ligt ergens voorop. Ik zit tussen de twee in, nadat ik ben gestopt om mijn blaas te legen. Een onbestemde tijd zijn we elkaar kwijt, maar op een open stuk door het veld zie ik een geel clubjasje achter me en eentje voor me. Als we een heel end verder flink vertragen op een hobbelig grasveld komen we weer bij elkaar. Philippe kijkt wat bezorgd naar een verwaterd printje van de route die we zouden lopen. Geen idee waar we zitten, eigenlijk. Nou ja, links is de Maas... We gaan naar de twee uur toe, zegt mijn horloge. Nog steeds maakt de GR geen aanstalte om naar de Maas af te zakken. We besluiten met zijn drieën democratisch dat we verdwaald zijn en dat we naar een oplossing moeten zoeken. De Maas! Naar links. Na een steile afdaling zie en hoor ik het verkeer in het dal. Een begraafplaats. ‘Oh Shit!’ roept Chouchou. Dat betekent dat we zo ongeveer in Dinant zijn. Negen kilometer nog van de auto. Misschien is het een snellere optie om de Maas over te steken en via de Leffe abdij het plateau op te gaan, en dan afsteken naar Evrehailles, de thuisbasis. Maas, sluis, oversteek, Delhaize, Leffe abdij, Leffe carrière, GR. Nicole haakt af. Moe. We lopen door: Zware modderbaletten achter de mooi ferme, en wéér verdwaald, minder erg dan net, maar toch. Dan haalt Nicole ons weer in. Waar die de kracht nog vandaan haalt.... Chouchou zegt dat hij het weer herkent. Ver naar Chateau de Blocqmont kan het niet meer zijn. José is inmiddels door Chouchou via de gsm op de hoogte gesteld van onze dwaaltocht en onze clubbaas komt niet meer bij van het lachen. Hij stelt voor ons te komen oppikken, hij begrijpt wel waar wij ongeveer het bos uitkomen en op het asfalt zijn onze kanariegelejasjes sneller te vinden dan in het bos. Even later stopt de zilveren BMW van José. We stappen in, traintaxi. Chouchou ontdopt drie pinten en we heffen de fles op José. Die rijdt, drinkt niet en lacht. ‘Dat krijg je van je getrain, Hollander’, denkt hij.

zaterdag 16 oktober 2010

Allez Henry!

Terra incognita

Soulmates
Henry moet New York en de marathon. Niet handig met twee recent geopereerde benen en nog meer malheur. Maar hij moet kilometers maken. Op vrijdagmiddag gaat hij mee met ons. Chouchou, ik en Nicole wachten hem op. Met een pijn vertrokken grimas stapt hij van zijn scootertje. Dat begint goed. Dan de modder in. Het bos helt, Henry verkrampt, nu al, nog een paar uur te gaan.

Hard gaat het niet. Henry hapert, Nicole is ook niet helemaal warm, Chouchou tuft lekker door. Iedere helling verder is een kruistocht voor de Marathonman. No pain no gain, maar zoveel pijn lijkt me geen goede voorbereiding. We zijn ver van Bauche en erg hard gaat het niet. Henry hangt al een tijdje tegen afhaken aan. Er is alleen weinig af te haken hier. We zijn te ver van huis. We stoppen een minuutje onder een kruisbeeldje. Jezus knikt met een blik van verstandhouding naar Henry. Soulmates. Als we doorgaan doe ik mijn lamp aan. Dat helpt. Na een lange afdaling over een veldweg ben ik Henry achter me kwijt. Ik loop een stuk terug, op zoek naar zijn licht. Al snel zie ik twee lampjes uit een bosje komen. Het gaat nauwelijks nog vooruit. Henry kreunt, geeft op. Zijn lijf weigert. We spreken af dat hij via het asfalt via Crupet naar Bauche loopt, de directe weg, nog een kilometer of vier. Met zijn drieen lopen we ons voorgenomen rondje verder, via het kasteel van Ronchinne, een stuk hoger. Bijna boven valt Nicole om. Zij heeft geen licht. Onhandig in deze duisternis, het pad is niet makkelijk, licht geen luxe. Haar kuiten verkrampen. In het laatste stuk naar boven blijft Nicole in het midden van onze lichtbundels. Ronchinne is magisch verlicht, duisternis met een mistige voorbode van regen. Nu alleen nog Vernatte. Het is maar goed dat Henry voor de veilige optie ging. Na een laatste zweetpartij keren we Vernatte de rug toe, vinden de bewoonde wereld terug in Bauche en Henry bij zijn scooter.

http://www.runmap.net/route/731482#lat=50.36386&lng=4.95552&zoom=12&type=1

vrijdag 8 oktober 2010

sunset

Het liep

Licht

We lopen voor de zon uit. Nicole met nieuwe schoenen voorop. 't Gaat te hard', 'Wat?' 'TE HARD!' van start. Het zal de herfst zijn. Prachtig mooie rode bomen, veeg licht, fraaie schijnsels, de dag neemt af.

De helling op naar Dorinne, Nicole tempert snelheid. De zon haalt haar in. Ik ook. We trekken door. Het bos uit, asfalt naar beneden en weer naar boven. De zon zakt. Dan de holle weg met losse keien naar boven, low speed, no speed, Nicole wandelt verder, te steil. Het pad is bezaaid met een tapijt van herfstbladeren in alle kleuren. Een plateau verder heel veel uitzicht in het laatste tegenlicht. Het bos weer in, Nicole naar links naar huis, en ik weer naar boven. Naast mij doemt even een ruiter op, sprint voorbij. Zijn knol dan. Ik loop langs het terrein van de grote paardenboerderij. Het duistert in het bos, een minuut of tien, mijn ogen moeten even wennen. Ik ruik zwammen, een vochtig woud, zoete geuren van afstervende natuur. Ik mis een zijspoor richting Crupet, hoor links van mij iets groots, iets wilds. Het springt de opkomende duisternis in. Een alternatief pad, een beetje creatief en gezocht. Het pad stopt, ik ga door. Hinkstapsprong naar beneden, veel bos blijft aan me kleven. Dan Crupet toch, asfalt. Een stevig klimmetje verder door naar Ronchinne, dan de makkelijke optie via het karrespoor nu toch maar. Een knie protesteert wat. Het wordt moe. Twee uur twintig zegt het horloge. Tijd om terug te keren. Afdalen langs het bord Acces Interdit, niet origineel, verboden toegang. En ik had ook al drie keer 'Chasse' genegeerd. Ze jagen ook altijd op de verkeerde momenten, kan ik daar wat aan doen? De zon slaapt nu, de duisternis dient zich aan. In laat schijnsel loop ik door Bauche, het stationnetje, de hond die aan het gas moet, het laatste asfalt, het chateau, het modderige pad naar huis. Tis weer gedaan, het licht stopt er nu definitief mee.

http://www.runmap.net/route/724642

maandag 4 oktober 2010

Enkel

Na scheefwonen nu ook scheeflopen

Scheef

Het loopt scheef en stinkt al na vijf minuten naar uitgezwete afgestorven ziektekiemen. Geen best begin. Na tien minuten ben ik halfwarm. Ongeconcentreerd stoeit mijn voet met een kiezel. Mijn enkel zwabbert. Ik zak door het omknikkende gewricht. Vooroverduikend weet ik de enkel voor groot malheur te behoeden. Een vloek, die poot doet even flink pijn. Ik sta op en hink een paar stappen, de pijn ebt snel weg. Even twijfel, omkeren? Onbestendig. Ik weeg wat en wik. Inmiddels loopt het eigenlijk wel weer. Op een lekker steil stukje wordt het lijf warm en na een klein uur doet t helemaal wat ik wil. Het zweet met bakken, een exodus van ziektekiemen. De zigzag naar beneden rennen is lol. Ik loop nog eens naar boven en zigzag opnieuw naar Bauche. Mooi wat hoogte pakken, ach wat heet, laagte.

Beneden wacht Chouchou. Hem opwarmen de andere kant het plateau op. Best stevig, en Chou chou moet altijd hard, koud of niet. Dan loopt t weer scheef. Scheef naar benee, en weer scheef naar boven. Het gaat echt met vlagen vandaag. Hoe schever hoe vlager. Op een onmogelijk stuk tussen een hek, een hellinkje, brandnetelvelden en een kudde opgejaagde schapen, houd ik het voor gezien. Genoeg scheefheid voor vandaag. Mijn hoofd is klaar.

Bizarre ontmoeting tussen scheefheden. Ik loop naar huis, de lamp gaat aan, het werd toch nog laat. Thuis is Nicole niet ongerust, tot mijn verbazing. Mijn enkel is nog dun, maar ik ben kapot. 's Ochtends zwelt de enkel wat en ik spoel het weg met koud water. Twintig scheve kilometers lijken een goed medicijn voor een butse enkel.

http://www.runmap.net/route/718241#lat=50.29554&lng=5.04307&zoom=14&type=2.