maandag 2 mei 2011

Pigstrail

‘Zo’n technisch parkoers is niets voor mij’, zegt paPatje met een grote grijns, ergens tussen de St Benoit en een Gauloise brune door. Ja ja, om dan stiekem en passant toch de halve Waalse trailelite het snot voor hun ogen te lopen. Gekke jongens die Nederlandse trailvogels. Trail running in een land zonder bergen, schei toch uit...

Maar eigenlijk boeit iets anders me ook steeds meer: No trail running (NTR). ‘A saw brier infested climb’. Gek wordende lopers na twee etmalen lopen. Hallucinaties. Nomadische verdwalingen. En meer van dat soort toestanden.

Op zondagochtend gaan Nicole en ik voor de middaghitte op stap. ‘We zouden toch maar één uurtje?’ vraagt Nicole na 65 minuten. Dan maakt ze een short cut naar huis. Beter zo, met een protesterende scheen.

Ik loop de laatste weken op de een of andere manier weer vaak solo. Dat heeft wel wat. Geen tussensprintjes bergop, niet teveel asfalt of vlakke stukken en gewoon een minuutje wandelen tussendoor als de motor wat hapert. En hier en daar eens een experimentje:

Om een uur of twaalf voel ik mijn poten. Ik snap niet waarom. Misschien ben ik nog niet hersteld van mijn rondje van donderdag. Nou ja. In de afdaling naar Ronchinne steek ik een handvol winegums in mijn mond en zuig wat water op uit de zak. Die geeft spaarzaam zijn laatste slokjes weg. Ik sabbel wat op de suikerbrei en versnel. Na de brug over de sloot bij Bauche is het tijd voor wat kreupelhout. Het eerste deel van de helling is er een soort pad, dat op eenderde deel van de klim ophoudt. Het loopt recht naar boven en is zowaar nog renbaar. Dan volgt een stuk loofhout. Geen bramen dus. Na tien meter zit het gemalen droge bladergruis overal. In mijn sokken, in mijn onderbroek en in mijn kapsel, omdat ik al twee keer onderuit ben gegaan op de instabiele ondergrond. Some practise needed.

Weer een stuk verder begint het echte werk, als ik in een oude ‘plantation’ van naaldbomen terecht kom. Hoe het bostechnisch precies werkt weet ik niet, maar bij dat naaldhout hoort omgevallen bomenellende overgroeid met bramen. Prima!

Hardlopen lukt al een tijdje niet meer. De helling is zo steil dat ook wandelen niet echt een optie is. Ik kijk naar mijn blote benen maar zie alleen maar oude schrammen met korsten. Geen vers bloed, concludeer ik enigszins teleurgesteld. Gelukkig zien mijn armen er tien minuten later uit alsof ik net een robbertje met een wilde kat heb gestoeid. Dat is tenminste nog wat... Als het klimmen ophoudt navigeer ik naar rechts, ongeveer in de richting die ik in mijn hoofd had. Het bos heeft hier een begrijpelijke structuur, merk ik. Ik volg de zwijnenlogica. Niet dat ik die beesten snap, maar hun looptechniek levert smalle en deels zichtbare wildpaadjes op. Ze zijn zo dom nog niet, die zwijnen. Het ‘pad’ blijft redelijk precies de hoogtelijnen volgen en komt na een kwartier uit bij een weerom met bramen overgroeid karrespoor, dat al zeker tien jaar niet meer wordt gebruikt, gezien de heftigheid van de overgroeiing.

Het nadeel van die zwijnenpaden is dat die knorren geen rekening houden met hoger dan heuphoge wezens. Mijn benen blijven redelijk gespaard en ik kan het grootste deel van het pad voluit lopen, maar mijn nek armen en gezicht krijgen regelmatig de volle laag. Het zicht is niet geweldig in zo’n dicht stuk woud.

Na een tijdje is het wel weer mooi geweest. De maag geeft aan dat er eens ontbijt in moet. Thuis is niet meer ver, weet ik. Een meter of 130 onder me ligt Bauche. Naar rechts, zeg ik tegen mezelf. Maar rechts ziet er niet OK uit en ik volg de zwijnen nog even. Naar rechts, zeg ik dan opnieuw. Maar nog steeds is rechts niet OK. Toch daal ik maar af. Ver onder me zie ik een hoogspanningsmast en ik loop er in een rechte lijn naar toe. Het gaat redelijk snel, ondanks een half zwikkende enkel en een kleine glijpartij. Een leermoment: Die afdalingen kunnen veel schade opleveren. Na een kleine drie kwartier kom ik weer in de beschaving uit, via een achtertuintje.

Een onzalig plan om hier midden in het bos een achtertuin aan te leggen, is mijn eerste reactie, maar al snel kom ik weer tot de orde. Beschaving is normaal, natuurlijke chaos moet omgezaagd. Ik pas me in een paar minuten aan, vis wat blaadjes en takjes uit mijn haar en loop in tien minuten naar huis.

Moest ik vaker doen, deez bushtrips...

http://www.runmap.net/route/942787#lat=50.35685&lng=4.84566&zoom=11&type=2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten