maandag 20 juni 2011

BPM

140
Ik geef toch maar aan de 140 bpm norm toe. Let Maffetone rule! Dat lijkt me bij nader inzien een prettig excuus om wat langzamer te mogen lopen. Sinds de Ohm is alle snelheidsfut uit mijn lijf, lijkt het wel. Niet dat ik moe ben, maar ik heb geen zin meer in de uitputting die samengaat met de snelheid. Ook merk ik dat traagheid prettige gevoelsgevolgen heeft voor de stelten. Ik word met genoegen een trage loper de komende maanden.

Het geeft op vrijdag wat frictie met de mannen. Er staat anderhalf uur op het programma en met mijn 140 gedoe is er nooit 15 k te halen binnen die tijd. Gemopper. Maar ik houd voet bij stuk. Mijn limiet houdt in dat ik wat achteraan het gezelschap sjok. De eerste klim kijk ik alleen maar tegen billen aan, een gekke gewaarwording. Philippe kijkt wat bezorgd om: ‘Hij meent t echt’, straalt hij ongelukkig uit.

Uiteindelijk word ik nog best wel moe van dat langzame geloop. Na anderhalf uur gaan we aan het bier bij Christophe. Ik houd t bij een Jupilertje. Niets zwaars. Want de mannen zijn klaar, maar ‘140 bpm’ moet nog even door. Na tien minuten herneem ik mijn ronde. Ik heb geen zin meer in klimmen en reutel wat het plateau op naar Awagne. Remy again! Er trekt een massa grauwheid over me heen, die al snel zijn regen over me heen uitstort. Ik huiver, het is opeens koud en guur. De 140 is in mijn eentje makkelijker aan te houden dan in de groep. Ik zit ergens tussen de 135 en de 140 en af en toe schiet het er iets boven. Het rommelt lekker door op deze manier. Heel hard gaat het niet, zo tussen de graspollen door. Na Awagne trek ik door het veld naar Dorinne, op de windmolens af. Normaal niet mijn favoriete richting, maar nu na ruim uur of twee en een pint in mijn kraag schuiert t lekker aan. Ik begin er zelfs lol in te krijgen. Bij Durnal dreigt mijn hartslag flink te stijgen in het laatste stuk naar boven. Ik ga wandelen om niet boven de 150 te komen. Relaxed, die Maffetone!

Bij de varkens loop ik het Bocqdal in. Ik vergeet de meters en toestanden om mijn pols en torso even en ga voluit naar beneden. Bij de spoorbrug bijna onderaan de afdaling ben ik buiten adem. Ik kan maar beter wat inhouden. Eigenlijk ben ik ook wel klaar zo. Daarom draai ik bij de mijn het spoor op en hinkstapsprong ik over de bielzen westwaarts, dwars door de berg heen. Dat scheelt een kilometer. De GPS valt uit in de lange tunnel, zie ik in het licht van mijn lampje. Als ik langs het stationnetje loop, hoor ik de bulderstemmen aan het kampvuurtje van een paar politieagenten uit Den Haag die de gite bij de buren hebben afgehuurd.

Nog 300 meter...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten