maandag 25 oktober 2010

GRRR

Met de club op stap

Verloren

Daar lopen ze, de dikke billen, de scheve pas, de hinkepoot, de koukleum, de tenenloopster, de Marathonman met veel moed en steeds minder pijn. Chouchou klaagt, hij hapert, zegt hij. Het spoor langs, de tunnel door, op weg naar Montaigle, mooi tafereel, ruig ruinekasteel. Foto nemen, groepsfotodecor! Tijd voor een pint, denk ik, maar die moet nog even wachten. Dan de modder, eindelijk. Het stijgt in het bos naar boven toe. José doet stoer, hijgt in mijn nek, maar hij wordt merkbaar ouder. Als hij bijna bij me is versnel ik een beetje. ‘Merde’, hoor ik verstikt achter me. ‘De Hollander heeft getraind.’ Aan de rand van het bos wachten we de kudde op, ik loop door, intervallend de laatste resten stijging op en weer terug. En weer bergop. En weer terug. Als vijf minuten later de schaapjes weer bij elkaar zijn begin ik mijn bovenbenen te voelen. Goede training dus. Ik verbaas me over de achterwerken en looptechnieken van de dames achterin het veld. Het verbaast me steeds weer. De eendenpassen van de een, de tenenloperij van de ander. Maar ook het betere hindenlopen van Bèrgere. Wat een sprongkracht, mooi om naar te kijken! Ze loopt naast de Marathonman, die inmiddels toch weer vecht voor zijn kilometers. Bergop moeten ze allemaal niet. Voelbare weerstand. Protest. Bij het monument van de gesneuvelde oorlogsfransen splitsen we op. De grote meute heeft zijn dikke sportuur er weer zowat opzitten en gaat terug het dal in van Montaigle.

Met Nicole en Chouchou ga ik door. Een boogje erbij via Anhée aan de Maas, is het plan. ‘...almaar de GR volgen’, vang ik in een flard op, als José Chouchou uitlegt hoe we moeten lopen. Geen kaart nodig, denk ik. Rood/wit vinden we wel, en in het oosten ligt de Maas, die is niet te missen. Het gaat als een tierelier. Ik wil kilometers maken. Dat is een gevoel dat even is weggeweest. Het is fris maar de lucht is blauw en het zonlicht strak. Draafweer! Een half uur verder strikt Chouchou zijn schoen en blijft even achter. Nicole heeft het roodwitte spoorvolgen in de smiezen en ligt ergens voorop. Ik zit tussen de twee in, nadat ik ben gestopt om mijn blaas te legen. Een onbestemde tijd zijn we elkaar kwijt, maar op een open stuk door het veld zie ik een geel clubjasje achter me en eentje voor me. Als we een heel end verder flink vertragen op een hobbelig grasveld komen we weer bij elkaar. Philippe kijkt wat bezorgd naar een verwaterd printje van de route die we zouden lopen. Geen idee waar we zitten, eigenlijk. Nou ja, links is de Maas... We gaan naar de twee uur toe, zegt mijn horloge. Nog steeds maakt de GR geen aanstalte om naar de Maas af te zakken. We besluiten met zijn drieën democratisch dat we verdwaald zijn en dat we naar een oplossing moeten zoeken. De Maas! Naar links. Na een steile afdaling zie en hoor ik het verkeer in het dal. Een begraafplaats. ‘Oh Shit!’ roept Chouchou. Dat betekent dat we zo ongeveer in Dinant zijn. Negen kilometer nog van de auto. Misschien is het een snellere optie om de Maas over te steken en via de Leffe abdij het plateau op te gaan, en dan afsteken naar Evrehailles, de thuisbasis. Maas, sluis, oversteek, Delhaize, Leffe abdij, Leffe carrière, GR. Nicole haakt af. Moe. We lopen door: Zware modderbaletten achter de mooi ferme, en wéér verdwaald, minder erg dan net, maar toch. Dan haalt Nicole ons weer in. Waar die de kracht nog vandaan haalt.... Chouchou zegt dat hij het weer herkent. Ver naar Chateau de Blocqmont kan het niet meer zijn. José is inmiddels door Chouchou via de gsm op de hoogte gesteld van onze dwaaltocht en onze clubbaas komt niet meer bij van het lachen. Hij stelt voor ons te komen oppikken, hij begrijpt wel waar wij ongeveer het bos uitkomen en op het asfalt zijn onze kanariegelejasjes sneller te vinden dan in het bos. Even later stopt de zilveren BMW van José. We stappen in, traintaxi. Chouchou ontdopt drie pinten en we heffen de fles op José. Die rijdt, drinkt niet en lacht. ‘Dat krijg je van je getrain, Hollander’, denkt hij.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten